De Srebrenica genocide
Vanaf 1992 richtte het Servisch extremistische leger zich op het gebied rond Srebrenica. Vanaf begin 1993 werd het gehele gebied tussen Zvornik en Srebrenica bezet. Dat had tot gevolg dat grote aantallen bewoners uit het plattelandsgebied naar de dichtstbijzijnde steden vluchtten, op zoek naar bescherming. In de loop van 1993 groeide het aantal inwoners van Srebrenica tot het viervoudige van het normale aantal, nl. meer dan 40.000 burgers. Er waren geen extra voorzieningen aanwezig om deze enorme toestroom op te kunnen vangen.
Srebrenica (zilverstad) ligt tussen de heuvels, langs de oever van de rivier Guber en Križevica. Beschut en lieflijk in vredestijd, ingeklemd en een makkelijk doelwit tijdens deze oorlog. Desondanks werd Srebrenica verklaard tot “veilig gebied”, beschermd door een kleine groep Dutchbat soldaten die met een ontoereikend mandaat toegerust werden. Voor zoveel mensen was niet genoeg voedsel en er waren onvoldoende medische voorzieningen. Konvooien met hulpmiddelen werden steeds vaker geconfisceerd door de belegeraar. Er werd honger en kou geleden, er heerste radeloosheid door de constante aanwezigheid van bedreiging.
Het Servische leger provoceerde keer op keer en testte daarmee de daadkracht en de interesse voor het gebied van de Verenigde Naties. Tijdens de omsingeling van het “beschermde gebied” kon de tang zich steeds verder sluiten, er kwam geen internationale reactie. Deze passieve houding maakte het mogelijk dat de belegering uitliep op een climax van geweld die begon op 11 juli 1995. Onder leiding van Ratko Mladić kon zijn leger de opgekropte haat tegen de Bosnische bevolking naar hartenlust uitleven. Wat in de uren, dagen en weken direct na 11 juli gebeurde is niet in woorden te beschrijving. Het boekje “documents on the crimes which are been committed”, uitgegeven in Tuzla (juli 1999) laat met behulp van foto’s een glimp hiervan zien. Ook de in het jaar 2000 verschenen film “a cry from the grave” laat ons vermoeden hoe de hel eruit heeft gezien. Door de aanwezigheid van het Nederlands legeronderdeel Dutchbat op dit cruciale moment in de geschiedenis van Srebrenica, is Nederland voor altijd verbonden met Srebrenica. De besluitvorming tussen de Verenigde Naties, de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken en het Nederlandse kabinet getuigt ervan dat interne overwegingen belangrijker waren dan zich te houden aan het beschermen van een “safe area”. Dat geen van hen zich voor de gebeurtenis verantwoordelijk voelt is tekenend voor het gebrek aan morele moed en medemenselijkheid. Vragen, antwoorden, verwijten, verklaringen, alle gesproken woorden vallen in het niet bij de stilte van verdriet. Onpeilbaar verdriet om degenen die vermoord of verdwenen zijn. Verdriet, dat mede gevoed wordt door onmacht en verbijsterend onbegrip.
De jaarlijkse herdenking van de genocide rond Srebrenica, op 11 juli maakt het voor de overlevenden mogelijk om bij elkaar te zijn. Samen met hen die blijk willen geven aan hun meeleven door aanwezig te zijn.